In Er was eens een stad schetst Zef Hemel de contouren van een nieuw soort planning die hij de afgelopen tien jaar in de hoofdstad heeft ontwikkeld: een planning die niet meer uitgaat van het idee van maakbaarheid. Democratische visionaire planning heeft een visie op de toekomst en wordt gevoed door de ervaringen en verbeeldingskracht van burgers. Hemel laat zien hoe de planner gemeenschappen creëert, organisaties verbindt en cultuur ontwikkelt. Patrick Geddes, Theo van Lohuizen, Jane Jacobs, John Friedmann, Dirk Frieling en James Throgmorton zijn zijn helden. Hij laat zien hoe visionaire planning in een steeds complexere wereld die met klimaatverandering en groeiende ongelijkheid wordt geconfronteerd, met bescheiden interventies voor grote verandering kan zorgen.
